Tentoonstelling Keti Koti
De schaduwzijde van de Goudse pijp
Als kind graaft Miriam Piña deeltjes van kleipijp op, pas nu ontdekt ze de pijnlijke waarheid hier achter...
Als kind graaft Miriam Piña (72), CKV docent van De Meerpaal, deeltjes van de ene na de andere Goudse kleipijp op in haar tuin op Aruba. Pas tientallen jaren later ontdekt ze de pijnlijke waarheid achter de vondsten. De in Gouda gemaakte kleipijpen dienden als betaalmiddel in de trans-Atlantische slavenhandel.
De Goudse pijpenhandel floreerde in de zeventiende en achttiende eeuw volop, de pijpen gingen de hele wereld over. Maar dat economische succes heeft een onbekende, duistere keerzijde.
In vrachtbrieven van schepen staat beschreven hoe aan de westkust van Afrika tot slaaf gemaakten werden gekocht voor kisten pijpen, weet Ingmar Reesing, conservator van Museum Gouda. De Goudse pijpenkoppen zijn nog steeds te vinden in de grond van landen duizenden kilometers verderop die verbonden waren met Nederland in de koloniale tijd.
Weinig mensen kennen het verhaal van de schaduwzijde van de Goudse pijpenhandel, vertelt Reesing. ,,In de zeventiende en achttiende eeuw was de stad Gouda de grootste producent en exporteur van kleipijpen. Dat zorgde voor heel veel werkgelegenheid, de pijpen gingen immers de hele wereld over.”
Miriam Piña; "De relatie tussen het slavernijverleden en de Goudse pijpen kende ik nog niet. Het is een pijnlijke geschiedenis." Een geschiedenis die haar ook persoonlijk raakt (zie artikel).
Nu, 150 jaar na de wettelijke afschaffing van de slavernij in Suriname en de Nederlandse Antillen, reageert de Goudse op de historisch beladen voorwerpen met een eigen kunstwerk dat op 1 juli wordt onthuld in Museum Gouda. Voor die datum is bewust gekozen, het is die dag Keti Koti. De dag waarop de afschaffing van de slavernij wordt herdacht en gevierd.
Haar kunstwerk maakt deel uit van de tentoonstelling De schaduwzijde van de Goudse pijp, die op diezelfde dag wordt geopend. Met Keti Koti is toegang tot Museum Gouda gratis. De tentoonstelling, die speciaal voor het herdenkingsjaar slavernijverleden is ingericht, is daarna nog te bezoeken tot en met 31 oktober dit jaar.